Schenkingen en testamenten
Schenken gebeurt bij leven. Erfenissen en testamenten vallen open naar aanleiding van het overlijden. Om erfgenaam of testamentair begiftigde te kunnen zijn moet men aan bepaalde voorwaarden voldoen:
- je moet bekwaam of in leven zijn op het ogenblik van het openvallen van de erfenis
- je moet bekwaam zijn
- je mag niet onwaardig zijn
Er is sprake van testamentaire erfopvolging wanneer een overledene zijn uiterste wilsbeschikking in een testament heeft uitgedrukt. De begunstigde van een testament is dan de legataris. De persoon die een testament opstelt is een erflater. Een testament is een akte waarbij de erflater, voor de tijd dat hij niet meer in leven zal zijn, over het geheel of een deel van zijn goederen beschikt ten voordele van een derde. Een testament is altijd herroepelijk. Voor een testament is het voldoende dat de erflater zijn wil op een formele en duidelijke wijze kenbaar maakt. Een testament hoeft niet notarieel te gebeuren. Een testament kan rechtsgeldig zijn wanneer het eigenhandig is opgesteld, dat wil zeggen, dat het volledig eigenhandig is geschreven met datum en handtekening. Het meest recente testament is het rechtsgeldige.
Wanneer er geen testament is, speelt het erfrecht. Om te kunnen erven moet je wettelijk erfgenaam zijn. Dit houdt in dat het erfrecht wettelijk geregeld is. Je bent alleen erfgenaam wanneer de wet je als erfgenaam ziet. Eenvoudig kan je dus stellen dat de langstlevende echtgenoot erfgenaam is, alsmede ook de wettelijk samenwonende onder bepaalde voorwaarden. Kinderen zijn eveneens erfgenaam. Wanneer er geen kinderen zijn is de langstlevende de enige erfgenaam van de huwgemeenschap. Is er geen langstlevende echtgenoot en zijn er geen broers en zussen maar alleen ouders, dan zijn de ouders de erfgenamen. Zijn er alleen broers en zussen dan zijn deze de erfgenamen. Wanneer er ouders zijn én broers en zussen dan wordt de erfenis in twee gelijke delen verdeeld waarbij de ene helft toekomt aan de ouders en de andere helft aan de broers en zussen. Wanneer er slechts één ouder is en broers en zussen dan gaat 1/4 naar die ouder en 3/4 naar de broers en zussen. Zo kan je een stuk verder gaan. De wetgever heeft categorieën van erfgenamen. Hoe dichter je bij de overledene staat in afstamming, huwelijk of samenwoonst, hoe groter de kans dat je erft.
Wat verdient specifiek onze aandacht?
Het erfrecht van de langstlevende echtgenoot
Wanneer er kinderen zijn, dan slaat het erfrecht van de langstlevende echtgenoot op het vruchtgebruik van de gehele nalatenschap. Wanneer er geen kinderen zijn maar andere erfgenamen dan verkrijgt de langstlevende echtgenoot de volle eigendom van diens aandeel in het gemeenschappelijk vermogen en het vruchtgebruik op diens eigen goederen. Wanneer de overledene geen erfgenamen achterlaat, verkrijgt de langstlevende echtgenoot de volle eigendom over de ganse nalatenschap.
De langstlevende echtgenoot heeft een reservatair erfrecht. Dit betekent dat dit erfrecht haar niet kan worden ontnomen tenzij na gerechtelijke beslissing er zes maanden feitelijke scheiding is tussen de echtgenoten. Het is goed om weten dat scheidende partners na zes maanden hiervan gebruik maken door de opmaak van een testament in die zin.
Het erfrecht van de langstlevende samenwonende
Er bestaan veel misverstanden over het erfrecht van de langstlevende samenwonende. Bij de feitelijke samenwoning, d.w.z. de samenwoning die niet geregistreerd is met een verklaring voor de ambtenaar van de burgerlijke stand, is er helemaal geen erfrecht. Wanneer er dus geen testament is, is er niets geregeld. Is er een wettelijke samenwoning dan heeft de langstlevende wettelijk samenwonende het vruchtgebruik van het onroerend goed dat tijdens het samenwonen het gezin tot gemeenschappelijke verblijfplaats diende. Dat erfrecht is in tegenstelling tot dat van de langstlevende niet beschermd. De wettelijk samenwonende kan achter de rug van zijn partner een andersluidend testament opmaken en het erfrecht dus afnemen, ook wanneer zij nog samenwonen.
Schenkingen
Een schenking onder levenden is een akte waarbij de schenker zich dadelijk en onherroepelijk van de geschonken zaak ontdoet ten voordele van de begiftigde die ze aanvaardt. In principe is voor de schenking voorzien dat ze gebeurt bij een formele akte, d.w.z. een notariële akte. Evenwel wordt ook een handgift aanvaard. De handgift of schenking van hand tot hand is een schenking van een lichamelijk roerend goed of van een onlichamelijk roerend goed waarbij het recht in de titel is geïncorporeerd. De voorwaarde is dat er een materiële overdracht animus donandi kan plaatsvinden die de begiftigde aanvaardt. Het moet dus gaan om een goed dat materialitair gegeven kan worden zoals juwelen, meubelen, wagens, geld,...Het grootste probleem met handgiften is het bewijs ervan omdat er precies geen akte bestaat. Algemeen wordt aanvaard dat een schenking best wordt vergezeld van een schrijven waarbij de handgift wordt aangekondigd en een schrijven waarbij de begiftigde bedankt voor de aan hem/haar gedane schenking.
Reserve
Wanneer er een testament of een schenking is dan spreek je over handelingen om niet, d.w.z. dat zijn handelingen waarover de schenker vrij beschikt en weggeeft. Toch is het beschikkingsrecht niet onbeperkt. De reserve is het voorbehouden deel of het deel van de erfenis dat door de wet wordt voorbehouden aan de kinderen of hun afstammelingen of aan de opgaande bloedverwanten of aan de langstlevende echtgenoot. Het wordt dus aan het vrij beschikkingsrecht van de overledene volledig onttrokken die dat dus niet 'gratis' kan weggeven. Dergelijke bescherming geldt niet tussen wettelijk samenwonenden, die hun vermogen weggeven aan iemand anders dan hun partner.
Wanneer er één kind is mag je slechts over de helft van je vermogen beschikken. Wanneer er twee kinderen zijn over 1/3 en wanneer er drie of meer kinderen zijn over 1/4. Bovendien verkrijgt de langstlevende echtgenoot sowieso het vruchtgebruik van de helft van de goederen van de nalatenschap. Sowieso kan een akte onder de levenden of testament nooit voor gevolg hebben dat de langstlevende echtgenoot het vruchtgebruik verliest van de gezinswoning.
Tarieven successierechten in Vlaanderen
1. Tarieven in de rechte lijn, tussen echtgenoten en tussen samenwonenden
Echtgenoten en samenwonenden zijn gelijkgesteld. Voorwaarde is dat je wettelijk samenwonenden bent of dat je als feitelijk samenwonenden minstens één jaar op het ogenblik van het overlijden samenwoont en een gezamenlijke huishouding voert.
Op de schijf van | tot | Percentage | Totaal gecumuleerde bedrag van de belastingen op de voorgaande schijven |
0,01 | 50.000,00 | 3% | |
50.000,01 | 250.000,00 | 9% | 1.500,00 |
250.000,01 | 27% | 19.500,00 |
2. Tarieven tussen broers en zussen
Op de schijf vanaf | tot | Percentage | Totaal gecumuleerde bedrag van de belastingen op de voorgaande schijven |
0,01 | 75.000,00 | 30% | |
75.000,01 | 125.000,00 | 55% | 22.500,00 |
125.000,01 | 65% | 50.000,00 |
3. Tarieven tussen alle anderen
Op de schijf vanaf |
tot |
Percentage | Totaal gecumuleerde bedrag van de belastingen op de voorgaande schijven |
0,01 | 75.000,00 | 45% | |
75.000,01 | 125.000,00 | 55% | 33.750,00 |
125.000,01 | 65% | 61.250,00 |