Diverse samenlevingsvormen
Algemeen
Bij velen leeft de vraag naar welke samenlevingsvorm nu ideaal is. Natuurlijk bestaat er geen eenduidig antwoord. Alles is functie van de omstandigheden en de solidariteit die men op het oog heeft.
Het aan uw situatie aangepaste antwoord vindt u in het boek “Samenleven of huwen” van Jacques Tremmery, uitgegeven bij UGA en o.a. te koop bij Fnac en alle Standaard Boekhandels. Op de website van het Advocatenkantoor Tremmery vindt u onder “publicaties” de inhoud van dat werk.
Wie een relatie wil aangaan heeft de keuze tussen:
LAT relatie (living apart together)
Dat houdt in dat men eigenlijk niet samenwoont en geen solidariteit wenst.
Feitelijk samenwonen
Noot: dat men op hetzelfde adres is ingeschreven in de registers van de bevolking houdt NIET in dat men wettelijk samenwoont.
De feitelijke samenwoonst is niet of weinig beschermd. Napoleon, die aan de basis ligt van ons burgerlijk wetboek stelde: 'De concubinerenden (ongehuwd samenwonenden) hebben lak aan de wet, de wet heeft geen belangstelling voor hen.'
Nu, bijna twee eeuwen later zindert dat principe nog na in de wet, de rechtsleer en de rechtspraak.
Vrijheid, blijheid: wie kiest voor absolute vrijheid moet zich niet komen beklagen over een gebrek aan bescherming. Recent was dat nog te lezen in een artikel van rechtsgeleerde F. Buyssens. Die gedachtengang is spijtig en zeker onjuist. De meesten kiezen niet voor de feitelijke samenwoonst maar rollen daar als het ware in. Er is aantrekkingskracht en men wordt verliefd. Men wil alleen zoveel mogelijk samen zijn. Men denkt vooral aan de onmiddellijke en niet de verre toekomst. Men vertrekt niet onmiddellijk met slaande deuren omdat één der partners, misschien getraumatiseerd door ervaringen uit het verleden, weigerachtig staat tegenover het officialiseren van de relatie.
Bijna niet geweten is dat men, met een onderhandse samenlevingsovereenkomst, heel wat kan regelen.
Wettelijke samenwoonst
De wettelijke samenwoonst ontstaat door het afleggen van een uitdrukkelijke verklaring in de zin van de wet en die over te maken aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. Dat gaat zonder plichtplegingen en partijen moeten zelfs niet aanwezig zijn. De verklaring wordt niet ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand maar van de bevolking. Zelfs de wetgever vond dat een nepstatuut en bracht het – neen het is geen grap – onder in boek III van het Burgerlijk Wetboek: “Op welke wijze eigendom verkregen wordt”.
Ongelooflijk maar waar. Onmiddellijk na het in werking treden van de nieuwe wet noemde professor Helene Casman dat een nepstatuut omdat er wel een bescherming is zolang de wettelijke samenwoonst duurt. Ze kan echter eenzijdig, letterlijk op de minuut, ongedaan gemaakt worden. Eén der partners kan alleen naar de ambtenaar van de burgerlijke stand trekken. Die zorgt dan voor de aanzegging aan de andere partner en vervult enkele formaliteiten. Alle bescherming is dan ineens weg.
Zolang de wettelijke samenwoonst duurt bestaat de bescherming uit:
-
wederzijdse hulp- en bijstandsplicht
-
bescherming van de woonst waardoor men – tot aan die eenzijdige verklaring – zeker is van een dak boven zijn hoofd
-
voor zover er geen eigendomsbewijzen zijn wordt een vermoeden van onverdeeldheid ingesteld. Dat geldt niet voor onroerende goederen waarvoor altijd een bewijs aanwezig is gezien de notariële eigendomstitel overgeschreven is op de registratie en in het hypotheekkantoorOok hier kan men een samenlevingsovereenkomst opmaken die dan verplicht notarieel is. Alle wijzigingen daaraan moeten eveneens notarieel verleden worden.
Essentieel blijft echter dat de wettelijke samenwoonst op ieder moment eenzijdig en zonder motivering moet kunnen beëindigd worden. Clausules die dat zouden willen beletten zijn nietig.
Huwelijk
Deze samenlevingsvorm is voldoende bekend maar roept al lang wat tegenstand op. Honderd jaar geleden schreef Francis Picabia al: Dieu a inventé le concubinage, le diable le mariage (God vond het ongehuwd samenwonen uit, de duivel het huwelijk).
Omdat er statisch nu eenmaal veel kans is dat het huwelijk zal stranden, denkt men ook automatisch aan vechtscheidingen. Deze zijn nochtans door de echtscheidingswet, in voege getreden op 01.09.2007, volstrekt verleden tijd. Er zijn nog wel een aantal oude procedures hangende maar wie nu een echtscheiding start, kan dit bijna zonder formaliteiten. De echtscheiding wordt automatisch uitgesproken na een bedenktijd van 3 tot 12 maanden of een feitelijke scheiding van 6 maanden tot 1 jaar. Men kan eenzijdig de echtscheiding aan zijn partner opdringen, zonder die te moeten motiveren. De bedenktijd is alleen wat langer (1 jaar na het inleiden van de procedure of na het ontstaan van de feitelijke scheiding) als de andere de echtscheiding niet wil.
Door te huwen valt men automatisch onder een huwelijksvermogensstelsel. Heeft men geen andere keuze gemaakt, dan is dat de wettelijke gemeenschap die vertrekt vanuit het idee van solidariteit. Men kan echter ook, om een term uit Nederland te gebruiken, kiezen voor de koude uitsluiting m.a.w. de zuivere scheiding van goederen. Ik ken koppeld die feitelijk samenwonen, maar met een onderhandse samenlevingsovereenkomst, die meer uitgebouwd hebben dan gehuwden onder een stelsel van zuivere scheiding van goederen. Diezelfde lange ervaring leerde mij dat het wettelijk stelsel voor velen een goed vertrekpunt kan zijn maar dat het toch soms zeer onbillijke gevolgen heeft, vooral bij een tweede huwelijk of wanneer beide partners bijvoorbeeld wonen in de eigendom van één van hen. In tegenstelling met wat de meesten denken is de eigenaar van het goed vaak de dupe.
De hierboven besproken en hieronder opgegeven vragenlijst kan ook voor gehuwden nuttig zijn om te oordelen of er nuances moeten aangebracht worden aan het stelsel waaronder zij huwen.
Conclusie
De keuze voor een bepaalde samenlevingsvorm is afhankelijk van de omstandigheden en van de solidariteit die men op het oog heeft. Het antwoord is maatwerk. Zoals reeds gesteld hatneren wij in het kantoor een vragenlijst en stellen formules voor afhankelijk van uw antwoord daarop.