Verjaring

Wanneer u een schuldvordering heeft tegenover een ander persoon die nalaat deze uit te voeren, reageert u best zo snel mogelijk. Na enige tijd immers kan uw schuldvordering verjaard zijn d.w.z. dat u als schuldeiser door het laten verlopen van de verjaringstermijn uw rechten heeft verloren en uw schuldenaar niet meer hoeft te betalen (bevrijdende verjaring).

De verjaringstermijn is verschillend naargelang het soort schuldvordering en varieert van één tot tien jaar.

Daarnaast voorziet het B.W. in zijn artikelen 2271 en 2272 nog enkele specifieke en korte verjaringstermijnen die enkel van toepassing zijn indien partijen hun overeenkomst niet in een geschrift hebben vastgelegd. In die gevallen gaat het echter om een kwijtende verjaring, m.a.w. de schuldenaar wordt na verloop van termijn geacht zijn schuld te hebben voldaan. De schuldeiser kan evenwel het tegenbewijs leveren.

Alleen het opstarten van een gerechtelijke procedure of het leggen van bewarend of uitvoerend beslag kan de verjaringstermijn stuiten. Dit houdt in dat de verworven verjaringstermijn teniet wordt gedaan en dat een nieuwe verjaring van dezelfde termijn begint te lopen. Een loutere ingebrekestelling stuit de verjaring niet.

Rechtstakken