Gevolgen van de echtscheiding
Maatregelen betreffende de kinderen
De wet stelt eenvoudig dat de maatregelen die voorlopig omtrent de kinderen werden overeengekomen blijven gelden na de echtscheiding.
Wel is er een mogelijkheid nieuwe of gewijzigde maatregelen te vorderen. Zolang de echtscheidingsprocedure duurt blijft de Voorzitter in kortgeding bevoegd en kan men hem de problematiek opnieuw voorleggen. Na de echtscheiding is de Vrederechter in principe bevoegd voor de onderhoudsproblematiek en de Jeugdrechter van zodra er ook problemen zijn in verband met het ouderlijk gezag en de verblijfsregeling.
In de praktijk stellen we vast dat voorlopige maatregelen omtrent de kinderen vaak definitief zo blijven. Men moet daar in ieder geval bijzonder grondig over nadenken. Honderd keer hoorde ik dat men zomaar iets op papier zal zetten en dat men dan later wel de nodige soepelheid aan de dag zal leggen. Mijn ervaring leert mij dat wat op papier staat in 95 % van de gevallen ook effectief wordt uitgevoerd.
Daarnaast ontwikkelde het kantoor een werkwijze waarbij uitdrukkelijk wordt overeengekomen dat er eerst een proefperiode zal zijn die men dan na een aantal maanden zal evalueren en bevestigen of aanpassen.
Voor ouders die het moeilijk hebben met de hoegrootheid van het onderhoudsgeld werken we dan met een kindrekening waarop beide ouders voorlopig bedragen storten om dan te zien hoe het evolueert. Van de te storten bedragen wordt wel afgetrokken wat de partij die moet betalen in natura bijdraagt (voor kost en inwonen bv).
Onderhoudsuitkering na echtscheiding
- Open onderhoudsuitkering na echtscheiding
De nieuwe echtscheidingswet bracht een revolutionaire verandering teweeg op het vlak van de onderhoudsuitkering. Echtscheidingen worden niet meer uitgesproken ten laste of ten voordele van één van de echtgenoten. De onderhoudsplichtige dient niet langer “schuldig” geacht te worden aan de echtscheiding.
In beginsel kan aan élke echtgenoot die “behoeftig” is een onderhoudsbijdrage toegekend worden. De wetgever heeft hier evenwel enkele uitzonderingen op voorzien.
Hetzelfde geldt voor de echtgenoot die geïnvesteerd heeft in het huwelijk, lees het gezin en/of de kinderen en die daardoor heeft ingeleverd wat zijn beroepsloopbaan betreft en zijn verdienvermogen.
In ieder geval wordt de duur van de onderhoudsuitkering beperkt tot maximum het aantal jaren dat het huwelijk heeft geduurd.
- Hoegrootheid
De wet stelt dat de rechtbank het bedrag van de onderhoudsuitkering dient vast te leggen, dit bedrag dient minstens de staat van behoefte van de uitkeringsgerechtigde te dekken. In de wet staat geen verdere definitie van wat dient begrepen te worden onder ‘behoeftigheid’.
De wet stel verder: “de rechtbank houdt rekening met de inkomsten en mogelijkheden van de echtgenoten en met de aanzienlijke terugval van de economische situatie van de uitkeringsgerechtigde. Om die terugval te waarderen, baseert de rechter zich met name op de duur van het huwelijk, de leeftijd van partijen, hun gedrag tijdens het huwelijk inzake de organisatie van hun noden en het ten laste nemen van de kinderen tijdens het samenleven of daarna.”
Aan welk bedrag u zich mag verwachten, verschilt zeer sterk van zaak tot zaak. Beide echtgenoten kunnen steeds een bepaald bedrag overeenkomen. Indien geen overeenkomst bereikt wordt, zal de rechter het bedrag bepalen. Hierna enkele vuistregels die in acht dienen genomen worden bij de begroting van het bedrag:
- Minstens de staat van behoefte dekken
De onderhoudsbijdrage moet minstens de staat van behoefte van de uitkeringsgerechtigde dekken, maar mag hoger zijn maar dan wel enkel in de door de wet voorziene gevallen.
- Maximum één derde van de inkomsten van de uitkeringsplichtige
De onderhoudsbijdrage mag maximaal één derde van de netto-inkomsten van de uitkeringsplichtige echtgenoot bedragen.
- Belang van de inkomsten van de echtgenoten
Bij evidentie zal de rechter de inkomsten van zowel de uitkeringsplichtige als de uitkeringsgerechtigde echtgenoot evalueren.
- Belang van de mogelijkheden van de echtgenoten
Waar de rechtspraak al aarzelend rekening mee hield is nu wettelijk verplicht.
De rechter zal dienen na te gaan welke mogelijkheden de uitkeringsplichtige alsook de uitkeringsgerechtigde echtgenoot hebben om inkomsten te verwerven.
Elk van de echtgenoten wordt geacht naast best vermogen zijn mogelijkheden te benutten. Bijgevolg kan de rechter rekening houden met inkomsten die één van de echtgenoten zou kunnen verwerven, ook al verwerft deze die inkomsten niet énkel en alleen omdat hij/zij hiertoe niet de nodige inspanningen wenst te leveren.
Zo zal de rechter bijvoorbeeld rekening kunnen houden met het feit of een echtgenoot al dan niet over een bepaald diploma beschikt én de mogelijkheden die dat voor hem opent op de arbeidsmarkt.
De rechter kan de uitkering beperken in de tijd tot een periode die korter is dan die van het huwelijk. Hij kan ook van meetaf aan degressieve bedragen toekennen, zo de onderhoudsgerechtigde aansporend, zelfs verplichtend, ervoor te zorgen dat hij zelf meer inkomsten verwerft.
- De aanzienlijke terugval van de economische situatie van de uitkeringsgerechtigde
Elkeen kent wellicht een gezin waarin partijen ervoor opteerden dat één van hen thuis zou blijven om in te staan voor de kinderen of om de andere echtgenoot te helpen bij dienst beroepsactiviteiten.
De rechter zal rekening moeten houden met het gedrag die partijen tijdens het huwelijk aannamen inzake de organisatie van hun noden en het ten laste nemen van de kinderen tijdens het samenleven of daarna. De rechter dient in rekening te brengen wat de ‘behoeftige’ partner ingeleverd heeft in het belang van het gezin. De rechter zal bij het bepalen van de hoegrootheid van het onderhoudsgeld rekening moeten houden met het feit dat één van de echtgenoten zijn verdienmogelijkheden niet of niet volledig heeft uitgebouwd omwillen van het gezin.
Artikel 305 § 5 voorziet hierop evenwel als beperking: “Indien de verweerder aantoont dat de stat van behoefte van verzoeker het gevolg is van een eenzijdig door deze laatste genomen beslissing en zonder dat de noden van de familie deze keuze gerechtvaardigd hebben, kan hij worden ontheven van het betalen van de uitkering of slechts verplicht worden tot het betalen van een verminderde uitkering.”
- De duur van het huwelijk
De uitkering is maximaal voor de duur van het huwelijk verschuldigd. De rechter kan evenwel beslissen dat de uitkering korter zal zijn.
- Samenwoonst of nieuw huwelijk van de onderhoudsgerechtigde
De uitkering vervalt bij nieuw huwelijk of samenwoningverklaring van de onderhoudsgerechtigde. Zij kan eveneens afgeschaft worden wanneer bewezen wordt dat de onderhoudsgerechtigde samenleeft met een andere persoon “als waren zij gehuwd”.
- Uitsluiting van het recht op uitkering
De rechter kan aan de behoeftige echtgenoot géén onderhoudsuitkering toekennen indien deze zich schuldig gemaakt heeft aan feiten gepleegd op de persoon van de andere verweerder, met name verkrachting, opzettelijke slagen, vergiftiging of poging daartoe, verkrachting of poging daartoe, poging tot doodslag of moord. De echtscheidingsrechter dient de uitspraak van de strafrechter af te wachten. Indien de strafrechter de behoeftige echtgenoot schuldig acht, dan kan de echtscheidingsrechter géén onderhoudsuitkering toekennen.
Indien de onderhoudsplichtige kan bewijzen dat de behoeftige echtgenoot een zware fout begaan heeft die de voortzetting van de samenleving onmogelijk heeft gemaakt, kan deze ervan vrijgesteld worden om onderhoudsgeld te betalen. De rechter beoordeeld vrij of het al dan niet gaat om een zware fout en kan dus alsnog een onderhoudsbijdrage toekennen.