Voorlopige en bewarende maatregelen

Het huwelijk heeft een heel weefsel doen ontstaan en het is niet altijd eenvoudig dat uit elkaar te halen en bescherming te beiden tegen een partner ter kwader trouw.

Bewarende maatregelen

Sommige echtgenoten zijn te kader trouw en zouden onderdelen van het huwelijksvermogen verduisteren op het ogenblik dat zij een echtscheiding opstarten of voelen aankomen. Zo kunnen bijvoorbeeld bewijselementen vernietigd worden. In dat geval is het belangrijk voor de andere echtgenoot dat er bewarende maatregelen worden getroffen, zoals een inventaris, verzegeling of een nietigverklaring van bepaalde handelingen.

  • Inventaris

Het opstellen van een inventaris kan gebeuren door een gerechtsdeurwaarder, maar de voorzitter zal bijna altijd een notaris hiertoe aanstellen. De aangestelde notaris zal bij elk van de echtgenoten de aanwezige goederen opnemen met een korte beschrijving, alsook een schattingswaarde van het goed. De notaris zal eveneens alle bankrekeningen opnemen. De inventaris kan vergeleken worden met het nemen van een foto van de huwgemeenschap op het ogenblik van het opstarten van de echtscheidingsprocedure: de in de inventaris opgenomen goederen kunnen nadien niet meer ontvreemd worden.

Het eenzijdig laten opstellen door een gerechtsdeurwaarder van een inventaris, d.w.z. op initiatief van één van de partners, zonder dat de andere meewerkt, en zonder dat hij door de rechtbank bevolen is, heeft weinig zin. (De uitzondering bevestigt de regel. Stel eerst altijd de vraag aan Uw advocaat).

  • Zegels

Na het opstarten van de echtscheidingsprocedure kan aan de Vrederechter verzocht worden om tot verzegeling over te gaan. De vrederechter begeeft zich binnen de 24 uur na het neerleggen van het verzoekschrift ter plaatse en gaat over tot het verzegelen van bijvoorbeeld vensters en deuren, laden en kasten, etc. De zegels zijn banden die met zegellak gelegd worden en waarop de vrederechter zijn stempel aanbrengt. Op die manier kunnen de kasten, laden, etc. niet geopend worden zonder de zegels te verbreken. Er dient wel aangetoond te worden dat verzegeling nodig is wegens bijvoorbeeld dreigend gevaar van wegmaking van goederen. De verzegeling is vooral nuttig op brandkoffers of op rekeningen en spaarboekjes in bankinstellingen. Men kan specifiek de verzegeling van kluizen of bankrekeningen vragen.

  • Nietigverklaring van handelingen met schadevergoeding

Mits op te treden binnen het jaar, kunnen bepaalde handelingen eenzijdig opgesteld door één partner vernietigd worden met eventuele schadevergoeding. Het betreft hier verkoop (ook al betreft het een eigen goed) of opzegging van huur van de echtelijke woonst, verboden handelingen, schenkingen of zekerheidsstellingen. Dat is specialistenwerk en U moet daarvoor raad vragen.

Voorlopige maatregelen in kortgeding

Lopende de echtscheidingsprocedure blijven partijen en inbeginsel gehuwd. In afwachting van het uitspreken van de echtscheiding dient in verhouding 'voorlopig' geregeld te worden. Deze maatregelen die de rechter oplegt, worden de dringende en voorlopige maatregelen genoemd.

De verplichting tot samenwonen wordt opgeheven met storingsverbod. De bijstandsplicht en het leven van de kinderen wordt geregeld.

Het akkoord van partijen omtrent bepaalde onderdelen kan gehomologeerd worden doro de rechter. Bij gebrek aan akkoord worden zij opgelegd door de 'Voorzitter van de Rechtbank' zetelend in kortgeding. Deze procedure zal door onze medewerkers dan ook vaak de 'kortgedingprocedure' genoemd worden. Dit onderdeel van de echtscheiding zal bijgevolg in een afzonderlijke procedure én door een andere rechter beoordeeld worden.

De voorlopige maatregelen betreffen onder meer wie in de echtelijke woning mag blijven wonen, wie de schulden verdef afbetaalt, wie het voorlopig gebruik van bepaalde goederen krijgt, bij wie de kinderen verblijven én hoeveel onderhoudsgeld voor de ex-partner of voor de kinderen dient betaald te worden.

In principe kan alles geregeld worden wat in het belang van het gezin of haar leden is. De meest voorkomende maatregelen zijn:

  • Verblijf in de echtelijke woning - storingsverbod

De voorzitter kan aan één van beide echtgenoten toelaten de echtelijke woning te bewonen én aan de andere chtgenoot verbieden deze te betreden. Hij kan aan deze echtgenoot toelaten elders afzonderlijk verblijf te houden, waar eveneens een storingsverbod zal gelden. Indien één van de echtgenoten het storingsverbod overtreedt, kan beroep gedaan worden op de politie, teneinde een einde te stellen aan de gepleegde inbreuk.

De wetgever voorzag een bijkomende bescherming voor slachtoffers van partnergeweld: zodra er ernstige 'aanwijzingen' zijn van geweld moet de rechter afzonderlijke woonst toekennen aan het slachtoffer in de echtelijke woonst tenzij "uitzonderlijke omstandigheden". Aanwijzingen van geweld zijn voldoende: een eventueel lopend strafrechtelijk onderzoek dient niet afgewacht te worden, een verklaring van het slachtoffer gestaafd met een doktersattest kan voldoende zijn.

  • Onderhoudsuitkering aan de echtgenoot lopende de echtscheidingsprocedure

De voorzitter kan aan de financieel zwakkere echtgenoot een onderhoudsbijdrage toekennen. Deze uitkering, lopende het huwelijk, wordt door totaal andere rechtsregels beheerst dan de uitkering, na echtscheiding, op grond van artikel 301 B.W.

De echtgenoten kunnen jegens elkaar gehouden zijn gedurende het huwelijk een onderhoudsbijdrage te betalen en dit op basis van de artikelen 213 (hulpplicht) en 221 (bijdrageplicht) B.W.

Artikel 213 B.W. bepaalt 'echtgenoten zijn jegens elkaar tot samenwoning verplicht; zij zijn elkaar getrouwheid, hulp en bijstand verschuldigd"

Artikel 221 B.W. bepaalt 'Iedere echtgenoot draagt in de lasten van het huwelijk bij naar zijn vermogen.'

In beginsel wordt deze hulp- en bijdrageplicht in natura uitgevoerd. Wanneer de samenwoning evenwel niet langer mogelijk blijkt, zal zij de vorm aannemen van een onderhoudsbijdrage. Deze onderhoudsbijdrage lopende de feitelijke scheiding strekt ertoe de andere echtgenoot in zijn levensonderhoud te laten voorzien. De uitkeringsgerechtigde moet in staat gesteld worden om dezelfde levensstijl aan te houden die hij/zij zou gehad hebben indien er geen echtscheiding was geweest. De hoegrootheid zal dus afhankelijk zijn van de inkomsten en mogelijkheden van beide partijen, alsook van de gevoerde levensstandaard tijdens het huwelijk.

Deze uitkering, persoonlijk onderhoudsgeld, toegekend door de voorzitter, vervalt bij het definitief worden van de echtscheiding en zal dus in principe slechts gelden voor een korte periode.

  • Ouderlijk gezag over de kinderen

In principe blijven de ouders, ook na echtscheiding, het gezamenlijk ouderlijk gezag uitoefenen. Dit betekent dat beide echtgenoten evenveel zeggenschap behouden over de keuzes in het leven van het kind zoals bijvoorbeeld: de keuze van school, studierichting, religie, medische ingrepen, etc. Beide ouders dienen hieromtrent voorafgaandelijk overleg te plegen.

  • Verblijfsregeling voor de kinderen

Sinds de wet van 18 juli 2006 dient de rechter na te gaan of het mogelijk is om met betrekking tot de kinderen een tweeverblijfsregeling uit te werken. De rechter dient na te gaan of het mogelijk is dat het kind gedurende gelijke periodes afwisselend bij elk van de ouders verblijven.

De rechter is evenwel niet verplicht om een tweeverblijfsregeling op te leggen. Het welzijn van het kind zal bij de beoordeling steeds voorop dienen te staan. De rechter zal daarbij rekening houden met de leeftijd van het kind (indien het kind te jong is, zal het aan de moeder toegewezen worden), de afstand tussen de verblijfplaatsen van de ouders en de afstand ten aanzien van de school, de beschikbaarheid van de ouders, de verhouding tussen de ouders...

Indien een tweeverblijfsregeling niet mogelijk geacht wordt, zal aan de ene ouder hoofdverblijfplaats toegekend worden, bij die ouder zullen de kinderen hoofdzakelijk verblijven.

Aan de andere ouder zal een secundair verblijf toegekend worden. Het secundair verblijf wordt meestal uitgeoefend gedurende één op twee weekends en dit van de vrijdagavond tot de zondagavond alsook gedurende de helft van de vakanties. Het secundair verblijf kan evenwel aangepast worden aan de specifieke situatie van partijen.

Indien de kinderen ouder zijn dan 12 jaar, dan kan de voorzitter besluiten om hen te horen. Indien er aanwijzingen zijn dat de kinderen bij de ene of andere ouder niet veilig ondergebracht kunnen worden, kan de Voorzitter beslissen om een maatschappelijk of politioneel onderzoek ten aanzien van die ouder te voeren.

  • Onderhoudsgeld voor de kinderen

De wet bepaalt dat elk van beide ouders naar evenredigheid van hun middelen dienen te zorgen voor de huisvesting, het levensonderhoud, het toezicht, de opvoeding en de opleiding van hun kinderen.

De rechter zal de hoegrootheid van het onderhoudsgeld bepalen rekening houdend met de kosten van het kind en de inkomsten van beide partijen.

Een veelvoorkomend misverstand is dat men geen onderhoudsgeld dient te betalen indien een alternerend verblijf toegekend wordt. Gelet op het feit dat partijen naar evenredigheid van hun inkomsten dienen bij te dragen, is dit geenszins zo. De ouder die meer verdient zal proportioneel een groter aandeel van de kosten dienen te dragen én bijgevolg aan de andere ouder een uitkering voor het kind dienen te betalen.

De rechter zal eveneens de kinderbijslag aan de ene of andere ouder toekennen.

  • Geldigheidsduur voorlopige maatregelen

De voorlopige maatregelen gelden in principe slechts voor de duur van de echtscheidingsprocedure, meer bepaald tot het vonnis dat de echtscheiding uitspreekt, in kracht van gewijsde treedt. De beslissingen met betrekking tot de kinderen genomen blijven evenwel gelden na de echtscheidingsprocedure. Zo na de echtscheidingsprocedure een wijziging van de maatregel noodzakelijk is, kunnen partijen zich wenden tot de Jeugdrechtbank of tot de Vrederechter.

  • Deelakkoorden

Op elk ogenblik kunnen deelakkoorden afgesloten worden omtrent de voorlopige maatregelen. De doelstelling van de wetgever is echtgenoten ertoe aanzetten om onderling zoveel mogelijk op maat gesneden akkoorden uit te werken.

Rechtstakken